Het lijdend voorwerp heeft in een Nederlandse zin niet één vaste plaats. 2. Op dit werkblad kun je oefenen met het zoeken van het lijdend voorwerp. Je kunt het lijdend voorwerp vinden door de vraag te stellen: wie of wat + onderwerp + werkwoordelijk gezegde? De man is het lijdend voorwerp. Haar huiswerk. Je kunt het lijdend voorwerp vinden door de vraag 'Wie / Wat + onderwerp + gezegde?' cadeautjes. Dus niet in elke zin hoeft een lijdend voorwerp te zitten. SURVEY . kun je vinden. Wie of wat leest mijn vader? te stellen. (Wat wordt gemaakt?) – Mijn vader leest de krant. Heb je goed geoefend met het lijdend voorwerp? answer choices . 30 seconds . Niet elke zin bevat een lijdend voorwerp! Klaar? Het lijdend voorwerp van deze zin is de krant. Jens. answer choices . Wat serves as the direct object , which we usually find in the pink middle part. In het Nederlands levert dit constructies op waarin het lijdend voorwerp deel uitmaakt van een woordgroep beginnend met van: Anna slaat Piet - Anna's slaan van Piet. Het lijdend voorwerp hangt samen met het onderwerp en het gezegde in de zin. Kijk dan of je ze allemaal kunt vinden in deze tekst. Het lijdend voorwerp is een zinsdeel.Dit is soms één woord, maar het kan ook uit meerdere woorden bestaan. Q. Kun je het lijdend voorwerp vinden in deze zin? Weet je dat niet in iedere zin een lijdend voorwerp hoeft te zitten. Het lijdend voorwerp vinden. Je kunt het lijdend voorwerp vinden door de vraag te stellen: wie of wat + onderwerp en gezegde? Aan het eind van deze les: Weet je dat het lijdend voorwerp een van de zinsdelen is die je kunt vinden bij (redekundige) zinsontleding. 1. Opmerkingen. In een zin waarin een naamwoordelijk gezegde staat, komt geen lijdend voorwerp voor. Q. Jens kreeg veel cadeautjes voor zijn verjaardag. Lindy maakt haar huiswerk. Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp. Het lijdend voorwerp doet niets, maar er wordt iets mee gedaan. Tags: Question 6 . Hoe vind je het lijdend voorwerp? Omdat het heel vervelend is als zinsdelen zomaar een beetje rondzwerven, zijn er twee plaatsen waar het lijdend voorwerp mag staan: aan het begin of aan het eind van het middelste gedeelde van de zin. Om bij ontleden het meewerkend voorwerp van de zin te vinden, gebruik je de volgende stappen:. Zinsontleding begint op de meeste basisscholen in groep 5 en over het algemeen krijgen leerlingen in groep 7 dan te maken met het lijdend voorwerp. Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp. Een lijdend voorwerp en een naamwoordelijk gezegde sluiten elkaar uit. Weet je dat je eerst het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp in een zin moet vinden voordat je het lijdend voorwerp kunt vinden. voor zijn verjaardag. Een andere manier om het lijdend voorwerp in de zin te vinden is door substantivering van het werkwoord waar het lijdend voorwerp een van de argumenten bij is. in deze zin. Kun jij ze alle 18 vinden? Stel nu de vraag: aan wie/ voor wie + gezegde + onderwerp (+ lijdend voorwerp)? Zoek eerst het gezegde, onderwerp en lijdend voorwerp van de zin. Lees de tekst goed door en onderstreep elk lijdend voorwerp. het lijdend voorwerp. Een zin heeft alleen een lijdend voorwerp als het uit een werkwoordelijk gezegde bestaat. Wat is het lijdend voorwerp, dat we meestal in het midden vinden. vinden. Een lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel. Kijk dan zelf je antwoorden na met het antwoordenblad. Wie of wat maakt Lindy? Technisch is het mogelijk om een niet-specifiek lijdend voorwerp voor de linkerzijde te plaatsen, maar het is erg ongebruikelijk.